Basisschool

 

Ontwikkelingsgericht onderwijs

Op basisschool de Sprong geven we ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). Dat betekent dat we kinderen stimuleren hun volledige persoonlijkheid te ontwikkelen. Daarbij houden we rekening met de eigenheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling en motivatie. Bij OGO draait het om de kinderen én om ons als volwassenen. Kinderen groeien voor een deel vanzelf. Maar wij, volwassenen, brengen het spel van kinderen net iets verder door onze kennis en ervaring. We kunnen leren om bij de ontwikkeling van kinderen aan te sluiten, om ‘in hun verhaal te stappen’ en hen aan te moedigen om nét iets meer te kunnen. Dan gebeurt er veel meer met kinderen. Ze functioneren dan in hun zone van naaste ontwikkeling: ze doen mee met dingen die nieuw voor ze zijn maar die ze al wel kunnen begrijpen en worden daarin versterkt en versneld door onze hulp. De inspirator van deze visie op onderwijs is Frea Janssen-Vos.

Het belangrijkste principe van OGO is de zone van naaste ontwikkeling. Het kind ontdekt vanuit zijn eigen ontwikkeling wat op het randje van zijn kunnen en nog niet kunnen ligt. 

Bij OGO staat de brede persoonsontwikkeling van leerlingen centraal. Deze brede ontwikkeling omvat alle intelligenties. Daarbij is het de gedachte dat de leerkracht in het contact met de kinderen niet enkel specifieke kennis en vaardigheden overdraagt, maar dat de ontwikkeling van de leerling daarnaast ook beïnvloed wordt door de context en de cultuur. 

Een ander principe is dat het kind ontwikkelbaar is. De ontwikkeling van een kind is te beïnvloeden, het is dus geen vaststaand proces. Betekenisvolle activiteiten en inhouden leveren een belangrijke bijdrage aan deze ontwikkelings- en leerprocessen. Er is onderscheid tussen ontwikkeling en leren: ontwikkeling is een veelomvattend proces, leren wordt toegepast bij overzichtelijke processen. Een belangrijk principe binnen de school. 

Bij OGO is zingeving erg belangrijk. Het geleerde moet verinnerlijkt worden. Ook is het van belang dat de leerling weet wat het nut is van het geleerde. Daarnaast moet de leerling in staat zijn om het geleerde in verschillende contexten toe te passen. 

Ten slotte hecht OGO grote waarde aan reflecteren en observeren. Door middel van observatie zoekt de leerkracht wat de leerlingen zelf willen en al (bijna) kunnen. Daar stemt de leerkracht het onderwijsaanbod op af. Vervolgens reflecteert hij/zij of het zo goed is. Op basis van de reflectie past de leerkracht het aanbod van activiteiten weer aan.

Werken met thema’s

Ontwikkelingsgericht onderwijs werkt met 5 thema’s in een schooljaar. Een thema duurt circa zes tot acht weken. OGO is bijzonder in de manier waarop een thema wordt uitgewerkt. Allereerst is het van groot belang dat de kinderen het thema interessant vinden. Daarnaast raakt een thema vaak aan de actualiteit. En de leerkracht maakt heel concreet welke doelen behaald moeten worden. Vaak komt er in de klas een onderwerp naar voren, waar de kinderen meer over willen weten. Dat werkt de leerkracht dan uit tot een thema. Bij het thematiseren verbindt de leerkracht zijn bedoelingen met de betekenissen van kinderen. De leerkrachten in de onderbouw bedenken ook nieuwe activiteiten voor de hoeken in de klas, zodat het hoekenspel nieuwe impulsen krijgt. Thematiseren vraagt om voorbereiding, oefening, observatie, reflectie, in elke fase van het thema. De leerkrachten in de midden en bovenbouw zetten kinderen aan tot onderzoek.

Basisactiviteiten

Ontwikkelingsgericht onderwijs maakt onderscheid tussen vijf kernactiviteiten die de basis leggen voor verdere leerprocessen. Die activiteiten zijn:

  • Spelactiviteiten.
  • Constructieve en beeldende activiteiten.
  • Gespreksactiviteiten.
  • Lees- en schrijfactiviteiten.
  • Reken- en wiskundige activiteiten
  • Onderzoeksactiviteiten

Een thema begint met een startactiviteit. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor:

  • Een schatkist, waarin allerlei voorwerpen zitten die met het thema te maken hebben. De leerlingen raden dan wat het thema is.
  • Een bezoek brengen aan de markt, de kinderboerderij of wat het onderwerp ook mag zijn. Hierdoor raken de kinderen gelijk betrokken bij het thema en krijgen ze ideeën om in hun spel te verwerken.
  • In tweetallen een voorwerp ontdekken en bespreken. Daarna gaat iedereen in de grote kring en koppelt de leerkracht terug. Het kan ook in een keer in de kring, maar vooral kleine groepsactiviteiten zijn geschikt om samen te denken, te praten en te werken. Kinderen leren veel door interactie.
  • Er wordt een probleem ingebracht, bv een leeg boek waaruit alle tekst is verdwenen....
  • Een thema eindigt met een afsluitende activiteit. Dat kan op diverse manieren:
  • Een winkeltje maken en iets verkopen.
  • Een restaurant openen en iets lekkers bakken.
  • Een krant of boekje maken.
  • Een tentoonstelling of presentatie maken in de klas.
  • Een voorstelling houden voor ouders of medeleerlingen.

De leerkracht als ontwerper

Bij ontwikkelingsgericht onderwijs ontwerpt de leerkracht thema’s en kernactiviteiten en koppelt daarbij kennis en vaardigheden aan sociaal-culturele activiteiten. Op die manier stimuleert hij/zij een brede ontwikkeling. Bij het ontwerpen van spelactiviteiten zoekt de leerkracht naar mogelijkheden, die uitnodigen tot verkenning en expressie. Vaak zorgt de leerkracht ook voor input bij het rollenspel. Bij OGO neemt het rollenspel ook een grote plaats in, omdat kinderen dan spelenderwijs zich leren verplaatsen in andere personen en situaties. De leerkracht verwerkt in de activiteit ook vaak een probleem, zodat de kinderen uitgedaagd worden om een oplossing te zoeken.

De leerkracht als deelnemer

Bij OGO is de leerkracht meer dan een aanmoediger, die buiten spel blijft staan. Hij/zij is ook deelnemer aan de activiteiten. De grondgedachte hierachter is dat ontwikkeling berust op begeleide deelname aan betekenisvolle activiteiten. De leerkracht heeft een stuwende rol en is steeds op zoek naar kansen om de activiteit te verdiepen en te verbreden. Oog voor de inhoud en uitvoering van de activiteit is onmisbaar.

Lees hoe wij ontwikkelingsgericht onderwijs in de verschillende groepen vormgeven:

Groep 1-2

Groep 3-4

Groep 5-6

Groep 7-8